Deel 4 (slot) Autotocht naar Kirgizstan - Reisverslag uit Nijmegen, Nederland van Kirsten Verpaalen - WaarBenJij.nu Deel 4 (slot) Autotocht naar Kirgizstan - Reisverslag uit Nijmegen, Nederland van Kirsten Verpaalen - WaarBenJij.nu

Deel 4 (slot) Autotocht naar Kirgizstan

Door: Kirsten

Blijf op de hoogte en volg Kirsten

01 Oktober 2009 | Nederland, Nijmegen

is vandaag gepubliceerd op de website van MensenStreken: www.mensenstreken.nl!

Drie tijdzones van Nijmegen zijn we verwijderd. Het wordt tijd om te beslissen waar we Rusland willen verlaten. Tsjoro’s Peterburgse vriend Dima adviseerde ons de beruchte bende van Tsjeljabinsk te omzeilen door bij Troitsk de grens over te gaan. We besluiten de raad van een ervaren chauffeur ter harte te nemen en slaan in de namiddag van de doorgaande weg af. Nu moeten we ergens een overnachtingsplaats vinden als we bij daglicht Kazachstan binnen willen rijden. Van onze route door Rusland hadden we routekaarten, maar voor de rest van de rit zitten we zonder. Omdat de oneffen wegen in Kazachstan geen straatlantaarns hebben, is dat geen prettig vooruitzicht. We stoppen bij een bouwval die als hotel staat aangekondigd. Tsjoro stapt uit om er een kijkje te nemen en meldt even later dat we maar moeten doorrijden tot de grensovergang. Er hangen ongure types rond.
Gespannen rijdt Tsjoro verder, ontdekt dat hij een verkeerde afslag heeft genomen en draait dan nerveus om. De rode Lada Zes die achter ons reed, volgt ons, zegt Tsjoro. Ik zie slecht, want mijn lens is zojuist door de droge lucht uit mijn oog gevallen toen ik een plukje haar uit mijn gezicht wegstreek. Tsjoro wil niet stoppen om te zoeken: ‘Kirsten, we moeten eendrachtig zijn en zo min mogelijk oponthoud riskeren tot we bij de grens zijn. Het is hier niet pluis.’ Aan zijn stem hoor ik dat het hem ernst is. Ik gedraag me als een lastig kind dat geen gevaar ziet en ben nog steeds een beetje bozig omdat ik hem van achtervolgingswaanzin verdenk. Tegelijkertijd realiseer ik me dat zijn angst is gebaseerd op eerdere ervaringen en dat die hem een antenne voor risicovolle situaties hebben gegeven. Dus ik houd me koest. Laat hem zich maar op de weg concentreren, des te eerder zijn we bij de grensovergang.

Betaling aan de plaatselijke criminele kas

In het begin van de avond stapt Tsjoro de auto uit om bij de grenswachten te informeren hoe laat de nu gesloten grens open zal gaan. Ik heb de videocamera gewoontegetrouw weggestopt, maar sluit mijn deur niet af met het knopje. Op die manier kan ik Tsjoro binnenlaten als het nodig mocht zijn. Zoveel verdacht volk in de buurt. Maar terwijl ik met mijn ogen Tsjoro volg, komt er van achteren een man op de auto toegelopen die brutaalweg de deur aan de bestuurderszijde opent. Terwijl zijn blik het interieur inspecteert, zegt hij even achteloos als intimiderend: ‘Zo, en wat hebben we hier?’ Ik zie dat hij de metalen stang heeft opgemerkt. Het besef dat hij weet dat we niet ongewapend zijn, geeft me de moed om hem met luide stem te verwensen. Tien meter verderop spreekt Tsjoro met een douanier. Dan wordt hij de man bij de auto gewaar en komt teruglopen. De man stapt op hem af. Alsof ze een startschot hebben gehoord stappen mannen uit vier auto’s, waaronder de rode Lada Zes, die achter ons geparkeerd staan en voegen zich bij hen. De grenswachten slaan het gesprek dat ontstaat gade terwijl ze nonchalant knabbelen op hun zonnebloempitjes. Om hen heen ligt over het asfalt al een halve cirkel schilletjes. Tsjoro loopt terug naar de uniformen en probeert hen tevergeefs iets duidelijk te maken. Na verdere onderhandelingen met de groep bandieten komt hij mij om dertig euro vragen.
De afpersers hebben honderd dollar van ons geëist als ‘betaling aan de plaatselijke criminele kas voor de doortocht’. Bij weigering beloofden ze ons over de steppe te zullen achtervolgen op het traject van Troitsk tot aan Koestanaj. Eerst weigerde Tsjoro te betalen en vroeg hij de Russische douaniers om bescherming. Ook vroeg hij hen toestemming om te overnachten op het territorium van de grenspost. Hoewel hij hen de situatie uitgelegd had, wezen ze zijn verzoeken onverschillig af en merkten slechts op dat we of vóór de slagboom konden overnachten, of de grens met Kazachstan moesten passeren. Toen Tsjoro begreep dat hij van de douaniers geen bescherming kon verwachten, was hij genoodzaakt om in onderhandeling te gaan met de maffiosi. Hij laat me een soort van toegangsbewijs tot ‘hun’ territorium zien – een papiertje met daarop aangetekend dat we beschermgeld hebben betaald. Via de autospiegels noteer ik ijverig de nummers van de Russische en Kazachse kentekenplaten van de bandietenwagens die we in de loop van de avond ongehinderd door de douaniers van beide zijden de grens over zien gaan.
Dit is dus het leven van internationale chauffeurs: altijd op hun hoede, geen moment van rust voordat ze weer heelhuids thuis zijn. Gek genoeg voel ik me niet bedreigd. Het is alsof we de onkwetsbare hoofdpersonen uit een film met happy ending zijn. Een paar uur later val ik in slaap op de naar achteren gedraaide bijrijderstoel, met Tsjoro waakzaam naast me.
Ik slaap als een haas. Als ik wakker schrik, heb ik geen idee hoe laat het is. Het is nog donker en Tsjoro staat te praten met een paar net aangekomen reizigers. Met deze twee Moskovitische gezinnen, die voor vakantie op weg zijn naar hun land van herkomst, besluiten we Kazachstan te doorkruisen. Het is een strategie van zelfbescherming: struikrovers vallen een groep minder snel aan dan een eenling. Aan de maffia herinnert me het vodje met tekst dat me ineens bespottelijk voorkomt. De afpersers hebben een potje blufpoker gespeeld – en gewonnen. Waarschijnlijk zijn ze nieuwe tegenspelers gaan zoeken, want ik zie ze nergens meer als we midden in de nacht de slagbomen passeren en onze documenten achtereenvolgens aan de Russische en Kazachse douaniers tonen.

Zoals je bij sommige Europese grensovergangen direct aan de bebouwing en het landgebruik ziet dat je in een ander land bent beland, merken we dat hier aan de kwaliteit van de wegen die dramatisch veel slechter is. Ze zijn wel geasfalteerd, maar het landklimaat met zijn hete zomers en strenge winters is desastreus voor het wegdek. In het kale landschap klinkt Tsjoro’s vergelijking van de kuilen met kraterinslagen volstrekt logisch.
Behalve de wegen lijken de twee landen in de grensstreek op elkaar, als ware de Sovjet Unie nooit opgeheven. Berkenbossen worden afgewisseld door spaarzame dorpjes met houten en – steeds vaker – de lemen, witgepleisterde, huizen met hemelsblauw geschilderde kozijnen die je ook in Kyrgyzstan ziet.

Steppeblindheid

We hebben drie etmalen om Kazachstan, een land zo groot als West-Europa, te doorkruisen. Mijn transitvisum is 72 uur geldig. Voor het eerst zullen we ook ‘s nachts moeten rijden om Kirgizstan te bereiken binnen de gestelde termijn. Onze medereizigers zijn dit ritme duidelijk gewend. Wij rijden achteraan en zien machteloos toe hoe de rode achterlichten van onze wegwijzers steeds verder van ons vandaan bewegen. Ik kan mijn ogen nauwelijks openhouden, ben zelfs niet gealarmeerd door Tsjoro’s slaapdronken bewering dat we over een lange tong een gapende mond binnenrijden. Gelukkig hebben onze kameraden op ons gewacht. We laten hen voor ons uit rijden, zodat we niet achter kunnen raken – of erger: een verkeerde afslag nemen zonder dat ze het in de gaten hebben.
We vrezen voor onze schokdempers, maar die begeven het niet. Wel hebben we in het donker een band op een steen lek gereden. We zijn niet de enigen met pech onderweg. Op een rustplaats staan mannen de band van hun Moskvitsj te verwisselen. Het schaap dat ze in hun achterbak met gebonden pootjes vervoerden, hebben ze even uit de auto getild. Het ligt op zijn zij in het zand te zonnebaden. ‘Heb je nog een schaap nodig?’ vraagt de chauffeur aan mij als ik meewarig naar het beestje kijk. En ik weet: nu zijn we echt in Centraal Azië.

Mijn reisgenoten beschouwen het als het noodlot als de politie chauffeurs naar de kant van de weg gebaart en uitnodigt in haar werkkeet. Hoewel ik toen er om legitimatie werd gevraagd werktuigelijk mijn paspoort tevoorschijn haalde, werd ik als enige genegeerd. Ik besloot na een paar eenzame minuten om het alsnog onder de aandacht te gaan brengen. Wat ik al vermoedde, hoor ik later bevestigd: de politie vroeg in de keet om ‘souvenirtjes’ van haar gelukkige landgenoten die het westen hebben weten te bereiken. De flessen wijn van onze reisgezellen kunnen er ook mee door. En dat Russische geld, dat hebben we toch niet meer nodig nu, dat kunnen we gerust achterlaten. Maar allerhartelijkst ontvangt de hoofdcommissaris mij juist op tijd. Hij zal zijn gasten uit het westen geen strobreed in de weg leggen. Nog een prettige reis verder!
Stug is het nog groene steppegras onder de felblauwe hemel. Mijn gedachten waaieren uit over de wijde vlaktes. Het rijden brengt me in een roes. Een cassettebandje van de band Shocking Blue staat op. Tsjoro luisterde als tiener al naar deze Nederlandse groep en nu opnieuw, met zijn Nederlandse vrouw, bijna de hele reis. De muziek is het ritme van deze autotocht geworden.

Waar de bergen beginnen, eindigt onze reis

Eindelijk neemt het landschap voor mij vertrouwdere vormen aan: heuvels als rustende kamelen. Erachter weet ik de bergen. Geen moeilijke situaties meer bij de grens, maar een hilarisch babbeltje met douaniers die niet dagelijks een (zij het gebrekkig) Kirgizisch sprekende Nederlandse treffen.
We hebben het er zonder kleerscheuren van afgebracht. De auto, aangeschaft voor 375 euro, hebben we op de automarkt van Bishkek verkocht voor 1500 dollar en achteraf uitgevoerd bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Na aftrek van de reiskosten konden we hier nog één ticket terug naar Nederland van betalen. De auto rijdt waarschijnlijk nog altijd in Kyrgyzstan rond of staat misschien in een hoofdstedelijke file die er een nieuw fenomeen is. Een twijfelachtige eer, deze bijdrage van ons aan de ontwikkeling van het land.

Voor ons was de autotocht een spannende vakantiereis. Een prangend probleem in het bestaan van jongeren in Bisjkek is de werkloosheid. De Kirgizische economie is sinds de onafhankelijkheid van het land in 1991 zodanig in het slop geraakt, dat er nauwelijks een sector te vinden is waar salarissen nog op tijd en volledig worden uitbetaald. Een eigen ‘bizniz’ wordt gezien als een aardig alternatief voor een baan met baas, maar weinigen beschikken over het vereiste startkapitaal. Het resultaat is dat de meeste nieuwkomers op de arbeidsmarkt (jongeren) kortstondige zwarte klusjes aannemen om tijdelijk in hun levensonderhoud te voorzien. Deze baantjes liggen vaak ver beneden het onderwijsniveau van de hoogopgeleiden. Om aan deze deprimerende situatie te ontkomen, reizen avontuurlijk ingestelde jongens in groepjes naar Europa om op een autobeurs tweedehands westerse auto’s te kopen. Hiermee rijden ze terug naar Kirgizstan. De handel in Europese auto’s is winstgevend zolang westerse merken een statussymbool zijn.
Ook Tsjoro’s beeld van Europa was in de jaren ’90 gekleurd door de indrukken die hij had opgedaan tijdens reizen. Vooral de welvaart en de grote individuele vrijheid maakten dat hij zich het leven in Nederland als paradijselijk voorstelde. Het was een droom van hem in het Westen op zijn eigen vakgebied geld te verdienen om het thuis in Kirgizstan zorgeloos uit te kunnen geven. Het idee dat zijn beroep van architect in Europa hoog aangeschreven staat, terwijl er in zijn land geen geld is voor interessante bouwprojecten, liet hem maar niet los. Dat was voordat wij elkaar leerden kennen en ik zijn bewering dat hij in mijn ouderlijke stad Utrecht was geweest opvatte als een versiertruc. Dat we deze tocht nog eens samen en zonder winstoogmerk zouden maken, kon hij toen niet vermoeden.

Tsjoro en ik zijn drie jaar later gescheiden. Beiden wonen we in Nederland, waar Tsjoro sinds 2001 een nieuw bestaan heeft opgebouwd. Ik keer nog regelmatig terug naar dat weerbarstige, onstuimige en hartverwarmende Centraal Azië, waar ik altijd weer inspiratie vind voor nieuwe verhalen.

© Kirsten Verpaalen

  • 01 Oktober 2009 - 19:18

    Petra:

    Hoi Kirsten,

    Geweldig verhaal. Ik kan me de reis prima voorstellen, ook al zou je het als lezer niet na willen doen, met alle ongewenste avontuurtjes. Maar dat gevoel komt meestal pas achteraf...

    Liefs en succes met alle verdere projecten, Petra

  • 05 Oktober 2009 - 09:19

    Jelle:

    Ha, eindelijk het hele verhaal. Boeiend en spannend. Hoe zou het verlopen zijn met een Europeaan als reisgenoot? De ervaring en onderhandelingstechniek van Tjsoro waren erg nuttig denk ik.
    Fijn ook de foto's erbij.
    Ik laat het even rusten en ga dan nog eens het hele verhaal van voor naar achteren lezen.

  • 07 Oktober 2009 - 13:19

    Sjef Verpaalen:

    Lieve Kirsten,
    Het vierde deel is wel heel spannend. Omdat wij in 1999 en in 2000 met jou ook in Kazachstan en Kirgizië hebben gereisd, spreekt het erg tot de verbeelding. Ik zie nog de obstakels die obscure figuren hadden opgeworpen onderweg van Almati naar Bishkek om ons geld af te troggelen voor me. Spannend vond ik dat, maar ook had ik angst zeker bij de ritten in het avondlijke donker met de auto. De 'gapende mond met de lange tong' zoals Tsjoro dat in jouw verhaal noemt, roept bij mij deze herinneringen op. Die twee reizen zijn voor mij onvergetelijk en ik had ze daarom niet graag willen missen. Ik heb dan ook erg genoten van het lezen van jouw prachtige verhaal.

    Afgelopen week (3/10) in de Volkskrant (rubriek Reizen, onder Reisbureau): ervaringen bij grensovergangen, Centraal Azië is niet het enige deel van de wereld waar zgn. grensbeambten misbruik maken van de hulpeloze reiziger !

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Kirsten

Welkom op mijn weblog! Ik probeer je op deze plek op de hoogte te houden van mijn reizen, werkervaringen en daarmee verbonden randverschijnselen.

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 297
Totaal aantal bezoekers 40715

Voorgaande reizen:

01 Mei 2009 - 07 Juni 2009

Home sweet Home

Landen bezocht: